Ten eerste: zorg dat je alle stof die je moet leren hebt en je aan de slag daarmee kan. Heb je alle werkboeken, stencils en boeken? Onthou goed dat bij meerkeuzevragen je juist veel details en feiten moet kennen. Leer deze dan ook goed.
Daarnaast is het van belang dat je uitgerust en gefocust bent (zoals bij elk examen). Oefen ook vooral met oefenexamens. Op deze manier weet je al een beetje wat je kan verwachten. Ga je dus goed voorbereiden.
Wat kan je beter niet doen....
Op welke punten moet je extra letten bij het maken van meerkeuzevragen:
- Slordig lezen
- Te lang twijfelen over het juiste antwoord
- Te snel antwoorden
- Of uit onzekerheid een antwoord wijzigen
- Ga ook niet denken in categoriën. ‘Ik heb nu 2 keer A geantwoord, dus het antwoord op de volgende vraag zal wel geen A zijn’. Dit pakt vaak verkeerd uit en zit geen logica achter.
Wat kan je wel doen!
- Het is belangrijk dat je de vraag heel goed leest en hierbij eerst voor jezelf bedenkt wat het juiste antwoord moet zijn (zonder naar de antwoordmogelijkheden te kijken!). Wanneer je antwoorden op vragen niet meteen weet, ga je door met de vragen waarop je het antwoord wel snel weet. Het is handig om voor de vragen die je overslaat een streepje of kruisje te zetten. Blijf in het begin niet te lang hangen bij vragen die je lastig vindt! Kortom, de makkelijkere vragen vul je als eerste in en je slaat over wat je niet weet. Wanneer je dat hebt gedaan, kan je de wat moeilijkere vragen, waarvoor je een streepje hebt gezet, gaan bekijken. Maak ten slotte de vragen die je het moeilijkst vindt. Zo voorkom je dat je te lang blijft nadenken over vragen die je wellicht fout zult beantwoorden, en daardoor tijd verliest voor de makkelijke vragen!
- Wanneer je het antwoord niet direct weet, is het van belang goed naar de antwoordmogelijkheden te kijken. Meestal is er 1 antwoord dat je meteen kan wegstrepen. Wanneer je goed gaat lezen, merk je vaak dat een ander antwoord ook onjuist is. Je hebt dan nog 2 antwoorden over: het is dan zaak om te bepalen welke van de 2 het ‘beste’ is. Lees de vraag en de antwoorden nog een keer goed en ga ervan uit dat je eerste indruk meestal klopt. Het is daarom niet handig om je antwoord bij het nalezen nog een keer te veranderen! Je doet dit alleen wanneer je tot nieuwe inzichten bent gekomen, of zeker weet dat je de vraag in eerste instantie verkeerd hebt beantwoord.
- In meerkeuzevragen zitten vaak ontkenningen, bijvoorbeeld ‘Welke van onderstaande stellingen is onjuist?’. Deze zijn soms lastig en kunnen voor verwarring zorgen. Zorg voor duidelijkheid door de vraag te herformuleren. Zorg ook dat je alert bent tijdens het lezen, zodat je hier niet overheen leest!
- Het is goed om te weten dat je niet álle vragen goed hoeft te beantwoorden om te slagen voor het examen. Laat je dus niet leiden door onzekerheid, maar hou je vast aan de vragen waarvan je weet dat je deze goed hebt. Zo nu en dan gokken kan je niet voorkomen, probeer positief te blijven!
Houd dus je hoofd koel, bereid je goed en secuur voor.
Misschien zijn deze artikelen ook interessant voor je:
• Examentraining, is het nuttig?
• Dé 5 studietips tegen stress
• Hoe maak ik mijn studiekeuze?
• Examenvrees, help!